In de oceanen is er de warme golfstroom dat was al kost op de basisschool. In vaktermen spreekt men over de Atlantic Meridional Overturning Circulation (AMOC), het systeem van de koude en warme golfstromen. De AMOC is ook één van de 9 kantelpunten in het klimaatsysteem.
Het is een soort mondiale transportband, aangedreven door enerzijds temperatuurverschillen in het water en anderzijds door verschil in dichtheid tussen zout- en zoetwater.
Water koelt in de Noordelijke IJszee af. Hierdoor neemt de dichtheid van het oppervlaktewater toe, dat vervolgens in diepere lagen van de oceaan wegzakt. Dit zinken leidt tot een aanzuiging van steeds nieuw oppervlaktewater en brengt daarmee een permanente circulatie van het zeewater in beweging, ook wel thermohaliene circulatie genoemd. Als de temperatuurverschillen kleiner worden verandert de sterkte van de stroming.
Een verschil in zoutgehalte, onder andere veroorzaakt door de instroom van zoet smeltwater van gletsjers, laat een stroom in tegengestelde richting ontstaan. Het effect van beide stromingen op elkaar en daarmee op de uitkomst is nog onbekend. Het opdrogen van de Golfstroom (doordat de zoutcirculatie de overhand krijgt) zou kunnen resulteren in een ernstige koudegolf in heel West- en Noord-Europa. Tegen het einde van de 21e eeuw wordt volgens simulaties met klimaatmodellen een lichte verzwakking van de Noord-Atlantische Stroom verwacht. Volgens studies uit 2018 zijn er nu al effecten te zien die te verwachten zijn bij een afzwakkende Noord-Atlantische stroming. Het is een soort armpje drukken: wie wint, de temperatuur of het zoet?