Sirius in de hondsdagen

Dec 11, 2024

Tijd is een veelomvattend vraagstuk, in de filosofie, in de kwantummechanica, in de vraagstukken over het heelal. En voor ons simpele stervelingen is tijd bepalend voor ordening, van de dag, het jaar, het leven. De sterrenhemel biedt daarvoor zijn aanknopingspunten. Ruimte en tijd horen nu eenmaal bij elkaar.

In Egypte verlang(d)en de boeren ieder jaar rond juli en augustus naar het moment dat de Nijl de landbouwgronden zou overstromen en daar een vruchtbaar laagje slib zou achter laten: De start van het nieuwe groeiseizoen. Tot ongeveer 14 dagen voor die overstromingen begonnen, was in de ochtend de heldere ster Sirius[1] te zien. Sirius is de hoofdster/ de snuit van het sterrenbeeld Canis Major, of wel Grote Hond. De grote hond is de trouwe viervoeter van de jager Orion. Orion had ook nog een kleine hond maar dat terzijde. Toen Orion overleed ging hij samen met zijn honden naar de hemel en kreeg daar een plek aan het firmament.

Terug naar Egypte, de warmste dagen laten zich aankondigen door het moment dat Sirius gelijk opkomt met de zon en daardoor niet meer te zien is. De vier weken, grofweg tussen 20 juli en 20 augustus worden in weerjargon de ‘hondsdagen’ genoemd en is de warmste periode van het jaar. Ruimte en tijd ook toen al verenigd. In het engels wordt de periode de “dog days” genoemd. Grappig, tot vandaag heb ik nooit vermoed dat de titel van de film “Dog day afternoon met Al Pacino” –één van mijn favoriete films/ acteurs in mijn jonge jaren- een link naar de hete dagen legt.


[1] Sirius (alpha Canis Majoris) is de helderste ster van de nachtelijke sterrenhemel. Met een schijnbare helderheid van −1,46 is hij bijna dubbel zo helder als Canopus, de helderste ster na hem. Omdat Sirius de helderste ster is van het sterrenbeeld Grote Hond (Canis Major) staat hij ook bekend als de Hondsster. Andere namen zijn Canicula en Aschere. Met een afstand van 8,6 lichtjaar is Sirius na de Zon het op zes na dichtstbijzijnde stersysteem.

Vanwege zijn eigen beweging en radiële snelheid verplaatst de ster Sirius zich nu langzaam in zuidwestelijke richting over de hemelsfeer (ongeveer 1 graad per 3.000 jaar) en bereikt hij over ongeveer 67.000 jaar zijn kleinste afstand (ongeveer 7.6 lichtjaar) tot ons zonnestelsel. Daarna zal Sirius zich weer van ons af bewegen en steeds zwakker worden. Naar verwachting zal zijn rol als helderste ster in de avondhemel over 210.000 jaar door Wega overgenomen worden.