De tijd tikt voort, seconden, minuten, uren, dagen. Het is allemaal heel concreet en nauwkeurig. Heel anders wordt het als we het hebben over de beleving van tijd. En weer anders wordt het als we proberen tijdsbesef in relatie tot de aarde en de klimaatverandering te plaatsen.
Magnason verwoordt het als volgt:
‘Als een wetenschapper het over bijvoorbeeld het jaar 2120 heeft’, zegt Magnason, ‘dan voelen we niets. Als je hoort dat de zee de komende honderd jaar net zo veel zal veranderen als de afgelopen vijftig miljoen jaar, dan is dat een verandering die iemand in zijn leven zal meemaken. In één mensenleven tien keer de gehele tijd van de evolutie van mensen.
Hoe ver weg of eigenlijk hoe angstig dichtbij is dan 2030 of 2050, het ijkpunt van vele doelen die nu voor het klimaat gesteld worden? En wat is dan de betekenis van een jaar geworden?
Ik vergelijk het maar even met afvallen. Je kan niet 20 kg overgewicht dat je in jaren hebt opgebouwd met een dieetje van 2 weken te niet doen. Daar is tijd voor nodig. Sommige mensen zeggen dat je even veel tijd voor het afvallen nodig hebt als voor de vergaring van de extra kilo’s. Nu is al geconcludeerd dat het terugdraaien van de opwarming geen onderwerp is. Het gaat dan om het binnen de perken houden en het op termijn stabiliseren van de opwarming. 2050 hebben we het dan over. Als ik denk aan bijvoorbeeld de mogelijke technische infrastructuur die nodig is om de veranderingen op te vangen: Oei, een beetje technische aanpassing, neem een dijk of een weg aanleggen en je bent zo 10 jaar verder. Dan is 2032. Ook de mentale omslag kost tijd, misschien nog wel meer tijd. Alles kost tijd. Alleen die tijd die is er niet. En de klok tikt door volgens zijn mathematische uitgangspunten. Maar het voelt of die klok niet synchroon loopt met de werkelijkheid. Aan de ene kant tikt de klok veel harder en is het binnen een minuut 2050, aan de ander kant lijkt het wel of de klok tikt maar er geen vooruitgang wordt geboekt met wat we in die tijd doen: A broken clock…